Gepubliceerd bij Noorderbreedte
Voor ‘Ontaard land’ muntte ik het begrip ‘gasregenten’. De ondertitel luidt voluit: De strijd van een Groninger tegen de gasregenten. Bestuurders en bedrijfsleven hebben samen een systeem gebouwd dat bewoners mangelt.
Drie jaar lang volgde ik het leven van Henk Tienkamp, een Woltersummer met aardbevingsschade. In het begin leek zijn ‘zaak’ vrij eenvoudig: zijn huis had wat scheuren. Maar gaandeweg de gesprekken die ik vanaf 2018 met hem had, veranderde dat. Ik maakte het vanaf de bagagedrager van Henk mee en ervoer zo van nabij wat ‘aardbevingsherstel’ betekent voor een bewoner. Er denderde een vaak vijandige menigte over Henk heen. Een kudde van bestuurders, ambtenaren en experts trok langs en verpulverde de tijd en levenszin van de hoofdpersoon uit mijn boek.
Ik wilde deelgenoot zijn van wat Henk overkwam en dat overbrengen naar mijn lezers. Daarnaast probeerde ik me een weg te banen door de papierbrij. Maar het was niet te doen om de gestage stroom lava die van de Haagse berg stroomt te overzien. Grofweg gebeurde er dit: Henks huis werd ‘mogelijk onveilig’ verklaard, zoals 27.000 andere huizen op het gasveld dat is leeggehaald door de BV Nederland en de NAM. Vanaf het moment dat die dreiging op tafel lag, werden de bewoners onder leiding van gasregenten opzij geschoven. Henk werd niet fysiek uit zijn huis gezet. Erger nog eigenlijk: zijn huis werd als het ware aan zijn macht onttrokken. Hij moest lijdzaam toezien hoe zijn woning gaandeweg verslechterde terwijl hij erin probeerde verder te leven. De veilige haven waarin hij 15 jaar trots had gewerkt om het beter en mooier te maken, vergruizelde tot een bouwval.
Henk is niet bang. Hij is slim en strijdlustig. Maar wie was zijn vijand? Waren het gasindustriëlen die telkens een stok in het wiel staken omdat ze liever gaswinst binnenhalen dan kosten maken? Was het de regering die zijn bewoners aan handen en voeten bindt? Of waren het de uitvoerders die in hun soms benepen taakopvatting het touw aantrokken waarmee ze de burgers knevelden?
Bestuurders, beleidsmakers, juristen en bedrijven (Shell als leider van de NAM en door haar ingehuurde bedrijven als Arcadis) trokken de ‘reparatie van Groningen’ naar zich toe. Maar geen van die partijen was werkelijk geïnteresseerd in Henks huis of zijn leven. Niemand kwam langs om Henks kennis over zijn huis te benutten. Van de vele tientallen uitvoerders, adviseurs en bestuurders was er niet één serieus bezig met een oplossing. Ze wroetten allemaal in een eigen stukje van het probleem; de een kwam de scheuren in beeld brengen, de ander de scheefheid van de muren meten of de bevingsbestendigheid van de dakconstructie bestuderen. Dat daaronder een fundament scheeflag, was ‘niet hun bevoegdheid’. Van wie wel? Dat bleek tussen wal en schip geraakt. Voor mij is een huis een samenhangende eenheid van dragers, muren en een dak, zoals een mens ook een geheel is van vlees, bloed en geest. Maar de hulptroepen leven in een andere, versimpelde wereld.
Henk leefde die drie jaar dat ik hem opzocht en bevroeg, in zijn eigen huis. Maar hij stopte met verbeteren en wat kapot ging repareerde hij niet meer omdat zijn huis onveilig was en vermoedelijk zou worden afgebroken. Zijn leven werd lamgelegd door de gasregenten en hun ingehuurde manschappen die in hun eigen wereld – van geld, papier en macht – rondjes draaiden. In ‘Ontaard land’ volg ik hoe Henk langzaam werd gemangeld. Het was gruwelijk om mee te maken en aan te zien. Vandaag de dag staat zijn huis aan de Kollerijweg 6 te Woltersum erbij als een wrak. Henk zelf is inmiddels vertrokken. Het is geen vrolijk verhaal.
In het begin had ik een onderzoekende blik. Dat commerciële bedrijven zich vooral op euro’s richten was me bekend. Maar de mensen die het land besturen hebben een veel bredere verantwoordelijkheid. Zij zijn aangesteld om het publieke belang te dienen. Dat is niet eenvoudig, want daarin strijden allerlei deelbelangen om plek. Ook economische partijen wenden zich eisend tot ons bestuur. Maar regenten staan als het goed is stevig op hun benen en maken transparante en eerlijke afwegingen. Ik probeerde zo lang mogelijk overeind te houden dat de mensen aan de knoppen goede bedoelingen hadden. Maar in het geval van de aardgaswinning in Groningen merk ik dat er een andere waarheid voor is geschoven. Hier kregen economische belangen voorrang en dat is ten koste gegaan van de Groningers die de gevolgen van overexploitatie nu moeten dragen.
De gaswinning Groningen is uitgelopen op een drama. De gekozen bestuurders hebben zich laten inpakken door de gasindustrie: eerst bij de exploitatie – ze keken weg als er risico’s voor de bevolking in beeld kwamen -, daarna bij de reparatie van onveilige en kapotte huizen toen ze zich weer als eerste richtten op commerciële partijen. De afhandeling van de schade is aangepakt door zakelijke marktpartijen die zo weinig mogelijk geld wilden uitkeren.
Ik keek natuurlijk ook kritisch naar Henk, mijn hoofdpersoon. Trok hij als bewoner misschien een te grote broek aan? Het rijk zette de NAM en de door haar ingehuurde verzekeraar tenslotte aan de kant. Dat was wel een processie van Echternach – drie stappen vooruit, twee achteruit – maar uiteindelijk nam het rijk de leiding. Ik zag echter dat er voor Henk in zijn onveilige huis niet zo veel veranderde. Ook voor de nieuwe overheidsorganisaties lijken de bewoners er niet toe te doen. Rijk en gemeenten knokken vrolijk verder over wie regie mag voeren en uitvoeringsorganisaties beginnen doodleuk overnieuw met maken van weer andere regels. De venijnige verzekeringswerkwijze ijlt nog steeds na in de ambtelijke bureaucratie die nu puin moet ruimen. Het is voor mij dan ook volkomen begrijpelijk dat sommige mensen daar tegen in opstand komen. Zoals Henk die ‘met het mes in de bek’ ten strijde is getrokken tegen de aardbevingsbureaucraten.
Ik ben, zeker in deze tijd, ontzettend blij dat Nederland een democratisch land is. Maar ons democratisch stelsel heeft stevige averij opgelopen omdat bestuurders niet werkelijk dienstbaar zijn aan de publieke zaak. De Groninger gaswinning laat zien wat er gebeurt als bestuurders te sterk gericht zijn op het verdedigen van economische belangen en als hun ambtelijke hulptroepen in het defensief gebracht worden. Oppassende ambtenaren gaan eerst regels maken om die vervolgens ‘veilig’ na te leven en pas daarna komt het doel: een veilig huis voor de gedupeerde Groningers.
Zorg voor het publieke belang is een belangrijk fundament van het huis van de democratie. Wanneer dat fundament wegzakt, kan een bescheiden beweging in de ondergrond voldoende zijn om ook de muren te laten wiebelen of het dak te doen instorten. Wat mij betreft is het hoog tijd om de democratie grondig door te lichten op haar toekomstbestendigheid. En laten we dan de les van Groningen ter harte nemen: zoek een goeie architect die het hele huis, inclusief de fundamenten, integraal versterkt en duurzamer maakt.
WIL JE OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN DEZE BLOGSERIE? KLIK DAN HIER OM EEN MELDING IN JE E-MAILBOX TE KRIJGEN BIJ HET UITKOMEN VAN EEN NIEUWE AFLEVERING.
Ze vlammen tijdens de protesttochten van Groningers die klem zitten in de aardbevingsbureaucratie en ze branden op de boorinstallaties van de NAM: fakkels. Ineke Noordhoff onderzoekt in dit tweewekelijks blog hoe Groningen in deze misère belandde en waar nieuwe energie te winnen valt. Wil je op de hoogte blijven, volg Noorderbreedte dan via Instagram, Facebook of Twitter en hou de rubriek Fakkels in de gaten.
INEKE NOORDHOFF is journalist. Van haar hand verscheen Ontaard land, de strijd van een Groninger tegen de gasregenten bij Atlas Contact.