Protesterende bewoners kantelen de geschiedenis

De gaswinning is voor Groningen ontaard in een ramp in slow motion. Het verzet vanuit de bewoners begon al vroeg en had grote impact.

Dit essay is geschreven voor een blogserie van de Universiteit van Amsterdam ‘Tot op de bodem’en zal eind 2024 verschijnen in drukvorm. Aftershocks of Extraction is geïnitieerd en geredigeerd door Peter van Dam en Marin Kuijt van de UVA. 

Groningers staan deels te boek als ‘felle donders’. Dat is mede een erfenis van Fré Meis. In de jaren zeventig kaartte deze charismatische leider aan dat de strokartonindustrie de arbeiders uitbuitte en de leefwereld van de mensen kapot maakte. Meis trok het individuele verhaal over karig loon en een stinkende leefomgeving naar een politiek niveau van uitbuiting van een hele streek. Snel na de ontdekking van de aardgasbel in Groningen trok hij van leer tegen de manier waarop de regering over het belang van de Groningers heen walste. ‘Groningen géén wingewest’ prijkte in grote letters op een protestdoek tijdens het CPN-Volkscongres in 1972. De regio kreeg niks terug voor het gas, vond Meis. Hij was een goeie debater, maakte de CPN groot, maar bovenal wist hij de bewoners te mobiliseren. In 1980 reden er 226 auto’s mee in een door hem georganiseerde protestrally tegen de al te gretige gaswinning.

Van het begin af aan waren er mensen die wezen op gevaren van de mijnbouw voor de bewoners. Zoals Meent van der Sluis, geograaf, en ingenieur Willem Meiborg. De NAM was niet van dit soort negatieve verhalen gediend. De vroege klokkenluiders werden persoonlijk gediskwalificeerd en ook de regering negeerde en kleineerde de bezwaren die haar zo slecht uitkwamen. In 2003 waren er echter zoveel aardschokken dat bewoners van Middelstum en Loppersum zich steeds luider gingen verzetten. De burgemeester nam zijn inwoners serieus, maar het zou nog vijftien jaar duren voor de premier van het land door kreeg wat er in de noordelijke uithoek van zijn rijk gebeurde. De bewoners kregen voor elkaar dat er de Technische Commissie Bodembeweging onderzoek deed. Maar terwijl de aarde beefde en de huizen scheurden, produceerde dat onderzoekinstituut sussende teksten. Steeds meer mensen kregen schade door de mijnbouw en voelden zich afgescheept. In 2009 richtten ze de Groninger Bodem Beweging (GBB) op om samen een vuist te maken tegen de NAM. Met succes.

Groningers zijn redelijk nuchter. Maar na een sterke beving op 16 augustus 2012 in Huizinge laaide er in brede kring woede op. Alles ‘knalde en kletterde naar beneden’ bij Sijbrand Nijhoff uit Zijldijk. Hij claimde de schade maar ving bot. Nijhoff liet zich echter niet opzij drukken. In 2016 gaf de rechter hem gelijk na een lange en oneerlijke strijd tegen een overmacht aan juristen van de NAM. ‘Was het dak maar ingestort terwijl ik eronder lag te slapen. Dan hadden ze me serieus genomen’, verzuchtte Nijhoff. In 2018 kwam deze moedige Groninger het collectieve ‘gasverzet’ te hulp: hij publiceerde geheime documenten waaruit bleek dat de staat haar eigen rol had toegedekt om haar medeverantwoordelijkheid voor de schade kleiner te maken.

Dat was koren op de molen van de publieke woede. Ook de media volgden – vooral aan de hand van de acties en individuele verhalen over onrecht. Annemarie Heite bijvoorbeeld bracht met de film ‘De stille beving’ pijnlijk in beeld in wat voor drama de Groningers waren beland. Haar heldere taal was mediageniek en bracht het Groningse probleem naar Hilversum. Ook cabaretier Freek de Jonge trommelde de landelijke tv wakker.

Na de schok van ‘Huizinge’ was de regering nog altijd niet erg ongerust. Wél rinkelden alarmbellen bij de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en bij Staatstoezicht op de Mijnen. In 2015 liepen honderden boze Groningers mee in een fakkeloptocht tegen minister Kamp. GBB begon een eigen krant om aan de kaak te stellen wat het betekent als je de bewoners van een provincie in gevaar brengt. Maar terwijl de scheuren in de huizen sprongen gaf de minister geen krimp; de gaswinning moest doorgaan. Het verzet werd grimmiger. GBB deed aangifte tegen de NAM voor het ‘in levensgevaar brengen van de bewoners’. En actievoerders blokkeerden een NAM-locatie in Farmsum.

Dit bleken kantelpunten. Ondanks het rustige karakter van de sit-in hamerde de politie erop met de wapenstok. Achteraf moest de politie toegeven dat het optreden buitenproportioneel was. De ordehandhavers beoogden het ‘bedrijfsbelang’ van de NAM te dienen. Twee jaar later maakte de rechter glashelder welk belang de overheid allereerst moet dienen: de veiligheid van haar burgers. De gaswinning brengt Groningers in levensgevaar, gaf de rechter de Groningers gelijk. Dus moet het Openbaar Ministerie vervolging instellen tegen de gasexploitanten, zo verordonneerde de rechter. Deze uitspraak was cruciaal. In de boardroom van Shell sloeg de angst voor vervolging en schadeclaims toe.

Begin 2018 was er weer een zware beving (met Zeerijp als middelpunt) en in de straten van Groningen liepen vele duizenden mensen mee in de fakkeltocht. Ook digitaal kon er een fakkel ontstoken worden. Dat zorgde voor fellere en bredere media-aandacht. Minister Wiebes toonde zich meer begaan dan zijn voorganger Kamp met de Groningers in hun onveilige huizen en draaide de gaskraan eerst een beetje en daarna helemaal dicht.

Shell is de provincie uit gejaagd door de Groningers: via acties en via de rechter. Onthullingen, zoals van Nijhoff, maakten in Den Haag de gemoederen rijp voor een kritisch zelfonderzoek. In 2019 werd besloten tot een parlementaire enquête. Maar de volksvertegenwoordiging wachtte er nog een paar jaar mee om ‘de afhandeling van de mijnbouwschade niet te frustreren’. Dat leek sociaal maar bleek de zoveelste vertragingsmanoeuvre om de zittende regering nog even uit de wind te houden.

Dat opstandige Groningers zelf hun toekomst hebben hernomen is een grote overwinning voor de activistische burgerbeweging. Een zege waar Fré Meis in zijn tijd wel raad mee had geweten. Maar in Groningen ging deze victorie voorbij zonder veel ‘op de borst klopperij’. Deels misschien uit onwetendheid want pas in de (uitgestelde) parlementaire enquête horen de Groningers hoe ze Shell angst aanjoegen en daarmee minister Wiebes in het nauw brachten. Deels ook omdat de Groningers vanuit Den Haag een onwerkbare ‘herstel’-operatie over zich uitgestort krijgen.

Verzet vreet levensjaren

Met steeds veranderende inzichten, regels en vergoedingen gijzelt de rijksoverheid de bewoners in hun onveilige en gescheurde huizen. Veel mijnbouwslachtoffer worden in de versterkingsoperatie doelwit van een wantrouwige en ondeskundige overheid, zo stelt de Nationale Ombudsman. Groningers verzetten zich massaal tegen de onrechtvaardige gang van zaken. Vaak via maatschappelijke organisatie en collectieve actie, maar ook individuen trekken ten strijde. Ze maken amok – niet alleen voor hun eigen huis maar ook om de weg te banen voor anderen.

Zoals Henk Tienkamp. Hij ondervond de verlamming aan den lijve. Zijn huis in Woltersum was onveilig bevonden in 2017 en moest versterkt. Maar na die mededeling was er continue verwarring: over de normen, wat er moest gebeuren en wie de kosten moest dragen. En het allerergste was dat hij continu aan het lijntje werd gehouden. Beloftes – binnen een half jaar krijgt u duidelijkheid – werden zonder commentaar geschonden. Als er al rapport werd opgemaakt over de staat van zijn woning, klopte er van alles niet aan. En daarna bleken de normen veranderd. Henk liet niet over zich lopen. Hij deed het voor zichzelf, maar ook voor alle minder assertieve Groningers. Hij was er dag en nacht mee in de weer – het sloopte hem. Hij hield vol, stapte naar de pers en kreeg aandacht van vele en hoge ambtsdragers. Maar hij kwam er niet door. Demonstratief schilderde hij ‘De schreeuw’ van Advard Munch op een dichtgespijkerd raam in de onveilige voorgevel.

Vijf jaar strijd hebben voor hem persoonlijk een hoge prijs gehad: zijn relatie liep stuk, zijn zaak, een kleine duurzame drukkerij, is gesloten.  Toen eindelijk de rapporten klopten en er overeenstemming was over hoe het oude huis weer veilig gemaakt kon worden, was bij Henk de pijp leeg. Hij kan becijferen wat zijn weerbaarheid op heeft geleverd: een bouwdepot van 3,5 ton, te besteden in Woltersum aan het veiliger maken van het huis. Maar dat huis heeft hij verkocht omdat hij het zelf niet meer kan. Hij wil niet langer ‘met het mes in de bek’ leven. Henk voorzag nog jaren strijd over wat er wel en niet mag, over vergunningstrajecten en mensen die zich gaan bemoeien met de herbouw.

Zijn negatieve verwachtingen komen niet uit de lucht vallen: nadat Woltersum in 2017 in het ‘kerngebied’ van de mijnbouwschade bleek te liggen en hij telkens weer moest wachten, besloot hij met zijn buren een plan te maken om weer zelf regie te krijgen. Ze maakten samen een ontwerp van vier nieuwe woningen; modern en monumentaal tegelijk. Maar er ging een streep door toen de rekenmeesters van de versterkingsoperatie met onbegrijpelijk lage vergoedingen kwamen.

Gedurende zijn strijd tegen de gasregenten volgde ik Henk van nabij. Twee jaar na zijn vertrek, spreek ik hem in zijn nieuwe bescheiden huis in een goedkope wijk bij Hoogezand. Er lijkt nu een andere man aan tafel te zitten. In het verleden kon Henk zich hard opstellen en verbeten zijn. Als hij hoort over onrecht schieten de tranen hem in de ogen. ‘Het komt nu meer binnen’, geeft hij toe. Naar de parlementaire enquête heeft hij niet gekeken. Hij had er geen verwachtingen van.

Cynisme

Bij Bea Blokhuis begint het cynisme te slijten. Ze woont in Delfzijl. Als docent klassieke talen heeft ze een kritische geest en bedient zich van een goed gesneden tongriem. Tien jaar geleden had ze vertrouwen in de overheid. De periode die daarna kwam zou ze het liefst ‘wissen’ al kan dat natuurlijk niet. Na de beving van Zandeweer in 2013 voelde ze zich onveilig in huis. De NAM scheepte haar af. Blokhuis schakelde zelf een expert in die vaststelde dat haar huis inderdaad onveilig was. Daar begon haar vertrouwen in de overheid af te brokkelen. Slechte rapporten, oneerlijke communicatie, uitstel en manipulaties voedden haar wantrouwen. ‘Ik was een periode lang ronduit cynisch’, kijkt ze terug.

Maar ze verweerde zich. ‘Als je je inzet, kan dat verschil maken. Daarom heb ik het gedaan.’ Ze stapte in de pilot ‘Heft in eigen hand’. Maar ze had diverse teleurstellende ervaringen en merkte dat ze niet de enige was. De uitvoerders wilden haar echter niet in contact brengen met anderen uit de proef. Toen stapte ze naar de GBB. ‘We hebben onszelf georganiseerd en dat hielp. Hoe mondiger je bent, des te meer je voor elkaar krijgt.’

Blokhuis wilde geen nieuw huis, ze wilde ‘terugkrijgen wat ze had’, zoals telkenmale was beloofd. Dus moest haar woning versterkt. ‘Dan kijk je na de herbouw uit hetzelfde raam. Elk onderdeel van je huis is anders, maar toch is het er nog.’ De keuze van bakstenen, dakpannen, deurkrukken – overal moest ze bovenop zitten. ‘Ik zie bewoners die dingen opgelegd krijgen – alsof je een witte keuken had besteld en een blauwe krijgt.’ Dat wilde ze absoluut niet.

Blokhuis weet nog dat ze een rapport kreeg over haar huis en dat ze zich verbaasde ‘hé dit  klopt’. ‘Ik begreep toen hoe ik was veranderd.’ De parlementaire enquête volgde ze: ‘Dan hoor je dat er moedwillig in het nadeel van bewoners is besloten.’ Even valt ze stil. ‘Natuurlijk dachten we dat al en soms wisten we het ook, maar nu staat het zwart op wit in een officieel kamerstuk.’ Langzaam begint haar cynisme te slijten. In 2020 is haar versterkte huis opgeleverd. Daarna zijn er natuurlijk nog ‘dingetjes’, zoals na elke ingrijpende verbouwing. In november 2023 is het echt klaar en wordt haar bouwdepot gesloten. ‘Ik had het niet verwacht maar het voelde als een bevrijding. Alsof mijn huis na het sluiten van dat bouwdepot eindelijk weer van mij was.’ Ze blikt terug: ‘Mijn huis is klaar, maar onderweg naar school zie ik het overal: bouw, wisselwoningen, herrie, de hele omgeving op de kop. Het is een route langs open wonden.’

De prijs van verzet

Aagtje ten Have heeft ook gevochten voor het herstel en veiliger maken van haar thuis. ‘Ik doe niets voor individuele bewoners’, meldde staatssecretaris Vijlbrief toen ze kwam praten over wat er allemaal bij de versterking van haar boerderij mis ging. ‘Dan zit ik hier voor alle Groningers’, antwoordde ze ad rem. Ze week niet. Het was diezelfde Vijlbrief die haar later weer wat vertrouwen gaf. De parlementaire enquête hielp ‘niet zoveel. We krijgen weer wat knikkers en kraaltjes. Maar help nou toch eerst de mensen die in grote problemen zitten eindelijk eens. De boeren met die lekke mestkelders, dat is echt verschrikkelijk.’

Aagtje is akkerbouwer in Noordbroek. Aan de Korengast heeft ze als enige nu een versterkt huis. De vijf buren zitten nog midden in de versterking. Ze komen langs en vragen haar advies. Natuurlijk helpt ze, maar ze wil het ook zo graag achter zich laten… Tien jaar streed ze tegen de NAM en al die andere instituten die zich bemoeiden met ‘de mijnbouwschade’. Ze wil verder.

Aagtje en Geuko begonnen in 2002 een zorgboerderij die een veilige en plezierige omgeving bood aan Fenna, hun meervoudig gehandicapte dochter, en negen anderen. De veilige warmte kwam van het personeel, de aandacht, de aanpak en de dieren. Tot de muren scheurden en er dreigingen vanuit het gebouw bleken te komen. Vanaf 2013 kampen ze met schade. In de voegen van de gevels werden tientallen wokkels gedreven, maar even later konden er weer tientallen naast in nieuwe scheuren. Ze wilden een serieus herstel- en versterkingsplan. In januari 2018 begonnen ze een rechtszaak tegen de NAM omdat die hun klachten niet serieus nam. Ze huurden zelf een bouwadviseur in, monteerden sensoren en hielden nauwgezet bij wat er kapot ging. Het werd een juridische strijd die veel stress gaf en duurde en duurde. Geuko sliep er vaak niet van en werd bovendien ziek. Had het te maken met die stress? Dat blijft een niet te beantwoorden vraag.

In de zomer van 2020 bereiken ze overeenstemming over nieuwbouw. Er is een voorwaarde: ze moeten de rechtszaak tegen de NAM stopzetten. Dat is een patroon: de NAM is banger voor de rechter dan voor ministers of bewoners.

Het wordt een vreselijk jaar: Geuko en  Fenna overlijden vlak na elkaar. Aagtje moet de sloop/nieuwbouw in haar eentje mannen. Eerst de zorgunit veilig, dan de graanschuur en daarna het huis, zo wil ze het. De bouw wordt doffe ellende. Er zijn veel zaken niet goed afgesproken, ze mag niet achter de bouwhekken komen, de oogst kan niet in de schuur, de bouwvergunning blijkt niet geregeld en ze heeft slapeloze nachten van de bedragen die bijbetaald moeten worden. Ze moet strijd voeren met mensen die geen idee hebben van haar bedrijf. Bakken energie kost het. Na een decennium (!) strijd neemt ze in maart 2023 haar nieuwe boerderij in gebruik. Trots laat ze foto’s zien. Ze lacht erbij. ‘Daarover ben ik nu wel tevreden hoor.’ Haar veerkracht is stevig beproefd, maar niet geweken.

Deze drie assertieve Groningers hebben eindelijk weer een veilig huis. Dat wel, maar ze hebben geliefden verloren en ze zijn veranderd – zeg gerust aangetast. Ze zijn niet verslagen, maar wel ‘geslagen’. In Groningen zijn er veel moedige individuele ‘wegbereiders’ ten strijde getrokken. Ze werkten vaak samen met maatschappelijke organisaties en burgerbewegingen zoals de Groninger Bodem Beweging en het Gasberaad.

Bestuurlijke vastloper

De mijnbouwschade zit in een streek waar de mensen karig bedeeld zijn met kansen, gezondheid en geld. Het vroegere leed ligt er gestapeld tot ver achter de voordeur. Mede daarom pleitte Max van den Berg, commissaris van de Koning, voor een gecoördineerde herbouw met sociale programma’s en aandacht voor de effecten op gezinnen,  gemeenschappen en dorpen. Zijn voorganger, Hans Alders, kreeg in 2015 de leiding over het gezamenlijke construct van Rijk en regio, om die enorme taak uit te voeren, de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Alders zocht de bredere Groningse aanpak terwijl de regering alle touwtjes strak in eigen hand wilde houden – het mocht niet teveel gaan kosten vond Den Haag. Nadat de minister Wiebes de gaswinning had gestopt, zette hij ook die karige versterking ‘on hold’.

Alders accepteerde dat niet, maar werd genegeerd; hij nam ontslag. Dat was een logisch moment voor regionale bestuurders om voor hun inwoners en de provincie te gaan staan. Maar de meesten lieten dit onbenut. Wiebes bouwde de NCG om tot een uitvoeringsorganisatie naar Haags snit. De opdracht wordt: maak de huizen zo snel en goedkoop mogelijk veilig. Bewoners moeten met uitvoeringsambtenaren in de slag over de (on)veiligheid van hun huis. Dik betaalde adviseurs en experts spinnen garen bij de Haagse bemoeizucht. De bewoners delven vaak het onderspit. Deze versterking richt zich op regels en huizen; ze gaat voorbij aan sociale structuren en gemeenschappen.

Zelfs na de vernietigende uitkomst van de parlementaire enquête stuurt de Tweede Kamer de regering niet naar huis. De Groningers zijn verbijsterd over zoveel onrechtvaardigheid. De regionale en lokale overheden in Groningen lijken de kritiek uit de enquête vooral te zien als een reprimande voor Den Haag. De vraag ‘Waar waren de Groningse bestuurders?’ wordt amper gesteld. Zeker, er zijn enkele hoogwaardigheidsbekleders die hun nek uitsteken voor de bewoners – zoals PvdA’ers Max van den Berg, Jacques Wallage en Hans Alders, de CDA burgemeester van Loppersum Albert Rodenboog en Eelco Eijkenaar gedeputeerde van de SP – maar het merendeel buigt beleefd voor de Haagse macht.

Na de parlementaire enquête belooft de regering dat de herstel- en versterkingsoperatie ‘milder, menselijker en makkelijker’ wordt. Even lijkt het er op dat het aantal hulpvragen bij het steunloket Stut en Steun van de GBB en het Gasberaad (de gezamenlijke maatschappelijke organisatie) terugloopt. Maar dat blijkt weer het oude liedje: Den Haag heeft de procedures stil gelegd. Want aan welke regels moet nu voldaan worden? Dat moet eerst uit ‘bestuurlijk onderhandeld’ worden voor de uitvoerders weer aan de slag kunnen. Elf jaar na ‘code rood’ over aardbevingsgevaar in Groningen sturen de uitvoerders de zoveelste uitstelbrief naar mensen in onveilige huizen. Of ze nog even geduld hebben. Nog niet de helft van de mogelijk onveilige huizen is dan ‘veilig’ gemaakt.

Begin 2024 lijkt de schaderegeling inderdaad toegankelijker en eenvoudiger. Bij de Nationaal Coördinator Groningen waait inmiddels ook een iets minder gure wind. En de intenties om Groningers versneld ‘van het gas af te helpen’ lijken vorm te krijgen met een algemene isolatiesubsidie.

Toukomst

De fakkeldragers van Groningen wilden niet alleen de gaswinning stoppen, ze zeiden er nog iets bij: ‘wij willen onze toekomst terug’. Toen premier Rutte eindelijk deemoedig had gezegd: ‘Sorry, we hebben u in de steek gelaten’, bood hij 7,5 miljard om de provincie een betere toekomst te geven. De Groninger bestuurders doken er met begerige ogen bovenop. Ze hadden een verlanglijst gemaakt. Maar ze waren ‘vergeten’ om te luisteren naar hun inwoners en de maatschappelijke organisaties.  ALWEER, want in 2015 explodeerde de publieke opinie toen de Dialoogtafel met maatschappelijke organisaties (die was opgezet om vertrouwen in de overheid te herwinnen) gepasseerd werd door bestuurders die zelf meenden te weten ‘wat goed is voor Groningen’. Acht jaar later weten gemeentelijke en provinciale politici de kracht van dat maatschappelijke veld nog steeds niet op waarde te schatten.

In 2019 toen het Nationaal Programma Groningen werd gelanceerd, kon het bestuurlijk opportunisme gekwanticifeerd worden: een tiende van het ‘toekomstgeld’ is voor bewonersinitiatieven (‘Toukomst’) , negen-tiende loopt via ‘gewone’ provinciale en lokale overheidskanalen. Daar zit ‘economisch herstel’ in de voorhoede zit. Lang niet alle Groningers zitten echter te wachten op waterstofindustrie, zonneparken en datacenters. Daar werken amper mensen en ze vreten het prachtige Groningse landschap op zoals de veenwinning en de gaswinning daarvoor deden.

Voormalig burgemeester van Groningen Jacques Wallage schrijft in de 25e GBB krant treurig: ‘Dat in alle 25 GBB-kranten de bevolking moet worden beschermd tegen de overheid, daar kun je geen feestje op bouwen.’ Wallage pleit voor een ‘Groningse variant van openbaar bestuur’ die plannen niet van boven naar beneden laat neerdalen maar die de toekomst van onderaf opbouwt. Hij beveelt aan: voorkom dat het toekomst-geld vooral een feestje wordt van bestuurders, vraag burgers serieus wat zij nodig hebben en organiseer een betekenisvolle dialoog. Maar ook in 2024 lijken de politieke bestuurders nog steeds erg druk met hun eigen positie ten opzichte van Den Haag. Ze lijken zich niet te realiseren dat het actieve bewoners en maatschappelijke organisaties waren die de gasexploitatie hebben gestopt en Den Haag tot een koersverandering wisten te dwingen.

Nieuwkomer BBB wordt in 2023 vanuit het niets de grootste fractie in de Provinciale Staten van Groningen. Met amper bestuurlijke ervaring in huis en een mega-groot probleem door mijnbouwschade, kiest de nieuwe partij een pragmatische oplossing: ze bieden Susan Top een plek als partijloos gedeputeerde. Top was jarenlang de grote gangmaker van het Groninger Gasberaad, het collectief van maatschappelijke organisaties. Zij koos destijds voor een coöperatieve opstelling; ze dacht mee met ministers, gedeputeerden en wethouders. Maar politieke bestuurders (zowel landelijk als regionaal en lokaal) gingen vaak respectloos om met haar inbreng en in 2021 haakte Top gefrustreerd af. Twee jaar later, als BBB langskomt, weet ze zichzelf te motiveren om vanuit een zetel in het provinciehuis als partijloos gedeputeerde de strijd voor de Groningers voort te zetten.

De Groninger geschiedenis laat zien dat burgerlijk verzet impact heeft. Bovendien vinden de bewoners op steeds meer fronten bondgenoten: collectief en individueel, op straat, bij de buren, in de rechtszaal en sinds kort dus ook op het pluche in het provinciehuis.